Als puber deed ik precies waar ik zin in had, biecht kerkbaas Augustinus op in zijn boek Belijdenissen. Hij schrijft:
“Het bruiste in mij. Gods bepalingen overtrad ik allemaal. En zodoende ontliep ik ook Zijn rake klappen niet.
Hij zorgde voor bittere irritatie als vrucht op ongeoorloofd genot. God wilde dat ik ging zoeken naar genot dat niet achteraf irritatie op zou wekken. Dan zou ik niets anders vinden dan U.
Alle pijn die ik ervoer waren hints van U.”