Blog

Een oorverdovende stilte

Door Marjolein Hooydonk
Moed Antisemitisme Israël
31 juli 2020

Vijftien jaar was hij nog maar. Een schooljongen. Maar dat hield de nazi’s niet tegen hem mee te voeren naar Auschwitz. Zijn naam was Elie Wiesel. In Auschwitz zag hij dingen die hij nooit zou vergeten. En niemand greep in, de wereld bleef oorverdovend stil. Dat was voor de 15-jarige Elie nog de grootste schok.

Later schreef hij over zijn ervaringen in het boek ‘Nacht’. Het boek is eigenlijk een waarschuwing: dit kan er gebeuren als de wereld wegkijkt. Zo beschrijft hij hoe twee mannen en een jongen aan een galg werden gehangen. De twee mannen stierven gelijk, het kind niet.

“Langer dan een half uur bleef hij hangen, tussen leven en dood, stervend onder onze ogen. En wij moesten hem recht in het gezicht kijken. Toen ik langs hem ging, leefde hij nog. Zijn tong was nog rood, zijn ogen niet gebroken. Achter mij hoorde ik een man vragen: ‘Waar is God toch?’ En binnen in mij hoorde ik een stem die antwoordde: ‘Waar is Hij? Hier – hier is Hij opgehangen – aan deze galg.’”

God, waar was U? En ook om jezelf te bevragen. Waar ben ik?

Soms lijkt het makkelijker om dit soort verhalen uit de weg te gaan. Omdat ze zoveel vragen losmaken. En toch. Misschien is het goed om die lastige vragen niet weg te drukken. Om mee te schreeuwen met de Psalmen. God, waar was U? En ook om jezelf te bevragen. Waar ben ik? Heb ik het lef om op te komen voor wie gepest, getreiterd en gehaat worden? Christenen als Corrie ten Boom, Sophie Scholl en Dietrich Bonhoeffer hadden dat lef tijdens de Tweede Wereldoorlog. Maar dat waren uitzonderingen. Hoe kom je aan zulke heldenmoed?

Nu is er steeds vaker een oorverdovende stilte. En dat is eng.”

Marian Turski (93), overlevende van Auschwitz, vertelde tijdens de Holocaust-herdenking dat ‘Auschwitz niet uit de lucht kwam vallen’. De haat werd langzaam opgebouwd. Discriminatie van Joden en andere minderheden werd steeds gewoner. En alles went…

Pijnlijk genoeg is het niet alleen maar geschiedenis. Jodenhaat is nog springlevend. Columnist Özcan Akyol schreef pas in het AD: “Wat zou het fijn zijn als er stelselmatig opschudding ontstond als joden werden geïntimideerd. Nu is er steeds vaker een oorverdovende stilte. En dat is eng.”