Blog

Zalig zijn de winnaars

Door Gertjan de Jong
Ambitie Cultuur Helden Maatschappij Verslaving
11 november 2020

Er zijn winnaars en losers in deze wereld. Maar wanneer hoor je bij de winnaars? Hoe knap moet je precies zijn? Hoe vaak moet je goede grappen maken? Hoe hard moet er om gelachen worden? Hoeveel leuke filmpjes en selfies moet je posten?

Als je eindelijk een sixpack bij elkaar hebt getraind, hoor je dan bij de winnaars? Of als je voor je twintigste al kan pronken met je CV? Of als je het schopt tot directeur of minister, ben je dan een winnaar?

Als je chronisch ziek bent, valt er dan nog iets te winnen? Of zit je dan definitief in het loser-moeras? Wat als je stottert? Of verslaafd bent? Of homo en als de dood om uit de kast te komen? En stel nou dat je vlot praat, superknap bent, populair, maar toch dodelijk onzeker... ben je dan nog een winnaar? Of zijn we ten diepste allemaal losers? Want populariteit houdt een keertje op, geen carrière duurt eeuwig.

Stel nou dat je vlot praat, superknap bent, populair, maar toch dodelijk onzeker... ben je dan nog een winnaar?

Jongerenwerker Daniel de Wolf beschreef in het boek ‘Jezus in de Millinx’ hoe de maatschappij winnaars ziet: “Zalig ben je als je er jong uitziet. Zalig ben je als je een mooie auto hebt en een koophuis. Zalig ben je als je drie keer op vakantie kunt. Zalig ben je als je volgens de laatste mode gekleed gaat. Zalig ben je als je mooi en slank bent. Zalig ben je als je intelligent bent. Zalig ben je als je vooruitstrevend bent en je niet laat beperken door allerlei ouderwetse normen en waarden. Zalig ben je als je blij en optimistisch bent. Zalig ben je als de mensen je graag mogen. Zalig ben je als je een winnaar bent, ‘no time for losers’. Zalig ben je wanneer je macht bezit. Zalig ben je als je voor jezelf opkomt, zodat je jezelf helemaal kunt ontplooien. Zalig ben je als je hard en slim en brutaal bent, want dan heb je de halve wereld. Zalig ben je als je lang leeft en dan pijnloos sterft.”

Ooit was er een man die precies de omgekeerde weg ging. Hij maakte geen carrière, werd gehaat, verraden, bespuugd en eindigde naakt aan een houten kruis. Sommige mensen gaan ruziënd, scheldend en vloekend ten onder. Maar deze man deed het zegenend, biddend: “Vader, vergeef het hun…” Hij wist: verliezen is niet het einde.